Geef die paar patrijzen die we nog hebben alsjeblieft een kans!

[25-mei-2024] Mei en juni zijn de maanden van de waarheid voor de patrijs. Ze zijn nu aan het broeden en moeten absoluut met rust gelaten worden. Patrijzen nestelen liefst in ruige grasrandjes. Vroeger ruimschoots voorhanden op het gevarieerde boerenland. Tegenwoordig nauwelijks meer te vinden. Eigenlijk kunnen ze in het strak aangeharkte boerenland alleen nog maar terecht in wegbermen en slootkanten. Tussen de naadloos aan elkaar grenzende, grote, landbouwpercelen is geen ruig randje meer te vinden.

In het wuivende gras van weg- en slootkanten zitten de patrijzen nu dus op hun nest. Maar waterschappen en boeren maaien juist nu slootkanten en bermen kaal. De algemeen heersende opvatting is nog steeds dat watergangen in het voorjaar kaal moeten zijn, want regenwater moet snel weg kunnen. Op de hoge zandgronden in Oost-Nederland hebben boeren de luxe dat ze op afroep ‘gratis’ en onbeperkt hun gewassen uit grondwater kunnen beregenen. Dat is veel makkelijker dan de lenteregen dankbaar ontvangen en vasthouden. De huidige intensieve landbouw is volledig afhankelijk geworden van afvoer van hemelwater en maximale benutting van grondwater. Gebruik maken van het natuurlijke wateraanbod, via goed bodembeheer, lukt veel boeren niet meer. Met als tragische consequentie dat in het moderne boerenland volop gemaaid wordt in de kwetsbare broedtijd.

De patrijshen (links) krijgt in de broedtijd een perfecte schutkleur. De bruine veertjes op rug en hals maken de hen onzichtbaar op het nest. Foto Otto Plantema.

Maar ook burgers in het buitengebied blazen hun partijtje mee. In mei en juni grijpen ze naar de bosmaaier. De kantjes rond huis, heg en huiswei moeten ‘netjes’. Maar ook daar broeden patrijzen. Ze zitten echt op de gekste plekken. Juist waar je het niet verwacht, zit de patrijshen – onzichtbaar met haar perfecte schutkleur – doodstil op haar 15-20 eieren. Bij gevaar blijft ze roerloos zitten. Dat werkt goed bij een passerende wandelaar, een hond, een kat of een ander roofdier. Maar niet als de bosmaaier onverbiddelijk nadert. Dan wordt de broedende hen eenvoudigweg verhakseld op de eieren. Soms komt ze op tijd weg. Maar ze zal niet meer terugkeren. Het nest is verloren. Met de op uitkomen staande kuikentjes

Patrijzen broeden op de gekste plekken.

Patrijzennesten opzoeken om ze te beschermen is nauwelijks te doen. De nesten zijn nagenoeg onvindbaar. En als je ze al vindt is het nest meestal definitief verstoord. De patrijshen maakt dan liever een nieuw legsel op een andere plek.

Kortom, maai geen slootkanten, bermen en graskanten in mei en juni. Geef die paar patrijzen die we nog hebben alsjeblieft een kans!

Patrijzen broeden op de gekste plekken.