Is Nederweert echt zo machteloos tegen staluitbreidingen?
Afgelopen donderdag (7 december) is onze wethouder Boris Meessen op tv geïnterviewd door het onderzoeksprogramma Argos over de staluitbreidingen in Nederweert die nog steeds doorgaan. De wethouder vertelde dat hij óók niet kan uitleggen dat de ene agrariër met belastinggeld wordt uitgekocht, terwijl een andere agrariër zijn bedrijf mag uitbreiden. Kijk de uitzending hier terug.
Als Argos hem vraagt hoe dat toch kan, zegt wethouder Meessen dat het volgens hem een gebrek aan daadkracht is vanuit het rijk. Hij vertelt dat hij minister Christianne van der Wal heeft aangespoord de regelingen voor stoppende boeren open te zetten en tempo te maken. Sindsdien gebeurt er volgens hem niets. Volgens wethouder Meessen wordt het tijd dat de minister echt iets gaat doen. Tot die tijd is hij met handen gebonden.
Er zijn wel degelijk mogelijkheden om uitbreidingen tegen te houden
Wij moeten bekennen dat we uitermate verbaasd zijn over de uitspraken van wethouder Meessen. Wat hij namelijk niet vertelt is dat Nederweert zelf wel degelijk mogelijkheden heeft staluitbreiding tegen te houden. Nederweert is namelijk in Nederland de gemeente met de slechtste luchtkwaliteit (fijnstof PM10) en een enorme geurproblematiek. Dat erkent Nederweert ook en heeft daarom al in 2020 als het Schone Lucht Akkoord getekend. Het doel: 50% gezondheidswinst behalen en toewerken naar de WHO advieswaarden voor wat betreft luchtkwaliteit in 2030.
Nederweert heeft sindsdien echter verzuimd (al dan niet bewust) om concrete en toetsbare invulling te geven aan het Schone Lucht Akkoord. Had de gemeente dat wel gedaan, dan had de wethouder veelal wel kunnen voorkomen dat aan de ene kant van de straat een boer wordt uitgekocht, terwijl er aan de andere kant van de straat een andere boer zijn bedrijf vergroot. Het scherper vergunnen op het gebied van geur/fijnstof zou dan als bijvangst hebben gehad dat er ook minder stikstof wordt uitgestoten.
Een andere mogelijkheid die Nederweert heeft is de Crisis en Herstelwet (Chw). Deze wet geeft de gemeente de mogelijkheid om maatregelen voor te schrijven die de emissie van geur, ammoniak of fijnstof verminderen indien dat nodig wordt geacht om de overbelasting op de omgeving te beperken.
Dus alleen verwijzen naar de centrale overheid als reden dat Nederweert niet anders kan dan blijven vergunnen, is niet alleen gemakzuchtig maar ook onjuist.
Nog meer ruimte voor toekomstige staluitbreidingen
Om te verduidelijken hoe Nederweert ‘in de wedstrijd’ zit rondom de intensieve veeteelt, willen wij kort ook nog even een toelichting geven op het ontwerp intrekkingsbeleid van latente (= niet gebruikte) vergunningen, die Nederweert laatst ter inzage heeft gelegd. Nederweert schrijft daarin:
“Vergunde rechten die door het niet bouwen van (agrarische) bedrijfsgebouwen feitelijk onbenut zijn gebleven, kunnen de resterende milieuruimte voor andere ontwikkelingen in de directe omgeving nodeloos beperken en zelfs onmogelijk maken”.
Met andere woorden: Nederweert vindt het belangrijk om werk te maken van intrekkingsbeleid om milieuruimte te creëren voor nieuwe ontwikkelingen. Hiermee zegt de gemeente in principe dat papieren vergunningen (waar feitelijk geen uitstoot is) vervangen kunnen worden door vergunningen voor andere bedrijven waar wel uitstoot gaat plaatsvinden. Een toename van feitelijke uitstoot dus, en daarmee een verdere verslechtering van de leefomgeving.
Onvermogen of onwil?
Nederweert is van oudsher een agrarische gemeente en de banden met de sector zijn warm. De gemeente lijkt zich in allerlei bochten te willen wringen om maar niet te hoeven ingrijpen in de sector. Sterker nog: ze werkt nog steeds actief mee aan het uitbreiden daarvan, onder andere door het toekennen van bouwvlakvergrotingen om meer en grotere stallen te kunnen bouwen. Ze verschuilt zich consequent achter de ruime geur- en fijnstofnormen die de wet biedt. Het is in Nederweert niet ‘zo goed als het kan’, maar ‘zo slecht als het mag’. En als er al ingegrepen wordt, dan moet dat maar vanuit de centrale overheid gebeuren, zodat gemeente Nederweert haar handen schoon kan houden. Dan is het niet Nederweert die de agrariërs ‘in de weg zit’, maar dan kan de gemeente zich verschuilen achter de centrale overheid in Den Haag.
Grote problemen in onze leefomgeving vragen om een daadkrachtige overheid. Niet alleen bij de centrale overheid, maar ook bij de gemeente.